De of het pinksterdag? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord pinksterdag? Is het de pinksterdag of het pinksterdag? Het juiste lidwoord dat je voor het woord pinksterdag moet gebruiken is:
De pinksterdag
Aanwijzend voornaamwoord pinksterdag
Dit of deze pinksterdag: deze pinksterdag
Dat of die pinksterdag: die pinksterdag

Bezittelijk voornaamwoord pinksterdag
Onze of ons pinksterdag: onze pinksterdag
Jouw of jou: jouw pinksterdag

Elke of elk pinksterdag?
Elke pinksterdag
Gerelateerd aan pinksterdag