De of het piëta? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord piëta? Is het de piëta of het piëta? Het juiste lidwoord dat je voor het woord piëta moet gebruiken is:
De piëta
Aanwijzend voornaamwoord piëta
Dit of deze piëta: deze piëta
Dat of die piëta: die piëta

Bezittelijk voornaamwoord piëta
Onze of ons piëta: onze piëta
Jouw of jou: jouw piëta

Elke of elk piëta?
Elke piëta
Gerelateerd aan piëta