De of het pasnummer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord pasnummer? Is het de pasnummer of het pasnummer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord pasnummer moet gebruiken is:
Het pasnummer
Aanwijzend voornaamwoord pasnummer
Dit of deze pasnummer: dit pasnummer
Dat of die pasnummer: dat pasnummer

Bezittelijk voornaamwoord pasnummer
Onze of ons pasnummer: ons pasnummer
Jouw of jou: jouw pasnummer

Elke of elk pasnummer?
Elk pasnummer
Gerelateerd aan pasnummer