De of het pannenkoekendag? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord pannenkoekendag? Is het de pannenkoekendag of het pannenkoekendag? Het juiste lidwoord dat je voor het woord pannenkoekendag moet gebruiken is:
De pannenkoekendag
Aanwijzend voornaamwoord pannenkoekendag
Dit of deze pannenkoekendag: deze pannenkoekendag
Dat of die pannenkoekendag: die pannenkoekendag

Bezittelijk voornaamwoord pannenkoekendag
Onze of ons pannenkoekendag: onze pannenkoekendag
Jouw of jou: jouw pannenkoekendag

Elke of elk pannenkoekendag?
Elke pannenkoekendag
Gerelateerd aan pannenkoekendag