De of het panama? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord panama? Is het de panama of het panama? Het juiste lidwoord dat je voor het woord panama moet gebruiken is:
De panama
Aanwijzend voornaamwoord panama
Dit of deze panama: deze panama
Dat of die panama: die panama

Bezittelijk voornaamwoord panama
Onze of ons panama: onze panama
Jouw of jou: jouw panama

Elke of elk panama?
Elke panama
Gerelateerd aan panama