De of het paasweekeinde? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord paasweekeinde? Is het de paasweekeinde of het paasweekeinde? Het juiste lidwoord dat je voor het woord paasweekeinde moet gebruiken is:
Het paasweekeinde
Aanwijzend voornaamwoord paasweekeinde
Dit of deze paasweekeinde: dit paasweekeinde
Dat of die paasweekeinde: dat paasweekeinde

Bezittelijk voornaamwoord paasweekeinde
Onze of ons paasweekeinde: ons paasweekeinde
Jouw of jou: jouw paasweekeinde

Elke of elk paasweekeinde?
Elk paasweekeinde
Gerelateerd aan paasweekeinde