De of het paaskaars? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord paaskaars? Is het de paaskaars of het paaskaars? Het juiste lidwoord dat je voor het woord paaskaars moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord paaskaars
Dit of deze paaskaars:
deze paaskaars
Dat of die paaskaars:
die paaskaars
Bezittelijk voornaamwoord paaskaars
Onze of ons paaskaars:
onze paaskaars
Jouw of jou:
jouw paaskaars
Elke of elk paaskaars?Elke paaskaars
Gerelateerd aan paaskaars