De of het overweging? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord overweging? Is het de overweging of het overweging? Het juiste lidwoord dat je voor het woord overweging moet gebruiken is:
De overweging
Aanwijzend voornaamwoord overweging
Dit of deze overweging: deze overweging
Dat of die overweging: die overweging

Bezittelijk voornaamwoord overweging
Onze of ons overweging: onze overweging
Jouw of jou: jouw overweging

Elke of elk overweging?
Elke overweging
Gerelateerd aan overweging