De of het Oudprovençaals? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Oudprovençaals? Is het de Oudprovençaals of het Oudprovençaals? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Oudprovençaals moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord Oudprovençaals
Dit of deze Oudprovençaals:
dit Oudprovençaals
Dat of die Oudprovençaals:
dat Oudprovençaals
Bezittelijk voornaamwoord Oudprovençaals
Onze of ons Oudprovençaals:
ons Oudprovençaals
Jouw of jou:
jouw Oudprovençaals
Elke of elk Oudprovençaals?Elk Oudprovençaals
Gerelateerd aan Oudprovençaals