De of het osteoporose? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord osteoporose? Is het de osteoporose of het osteoporose? Het juiste lidwoord dat je voor het woord osteoporose moet gebruiken is:
De osteoporose
Aanwijzend voornaamwoord osteoporose
Dit of deze osteoporose: deze osteoporose
Dat of die osteoporose: die osteoporose

Bezittelijk voornaamwoord osteoporose
Onze of ons osteoporose: onze osteoporose
Jouw of jou: jouw osteoporose

Elke of elk osteoporose?
Elke osteoporose
Gerelateerd aan osteoporose