De of het opsporingsbevoegdheid? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord opsporingsbevoegdheid? Is het de opsporingsbevoegdheid of het opsporingsbevoegdheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord opsporingsbevoegdheid moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord opsporingsbevoegdheid
Dit of deze opsporingsbevoegdheid:
deze opsporingsbevoegdheid
Dat of die opsporingsbevoegdheid:
die opsporingsbevoegdheid
Bezittelijk voornaamwoord opsporingsbevoegdheid
Onze of ons opsporingsbevoegdheid:
onze opsporingsbevoegdheid
Jouw of jou:
jouw opsporingsbevoegdheid
Elke of elk opsporingsbevoegdheid?Elke opsporingsbevoegdheid
Gerelateerd aan opsporingsbevoegdheid