De of het opoffering? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord opoffering? Is het de opoffering of het opoffering? Het juiste lidwoord dat je voor het woord opoffering moet gebruiken is:
De opoffering
Aanwijzend voornaamwoord opoffering
Dit of deze opoffering: deze opoffering
Dat of die opoffering: die opoffering

Bezittelijk voornaamwoord opoffering
Onze of ons opoffering: onze opoffering
Jouw of jou: jouw opoffering

Elke of elk opoffering?
Elke opoffering
Gerelateerd aan opoffering