De of het opdrachtkaart? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord opdrachtkaart? Is het de opdrachtkaart of het opdrachtkaart? Het juiste lidwoord dat je voor het woord opdrachtkaart moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord opdrachtkaart
Dit of deze opdrachtkaart:
deze opdrachtkaart
Dat of die opdrachtkaart:
die opdrachtkaart
Bezittelijk voornaamwoord opdrachtkaart
Onze of ons opdrachtkaart:
onze opdrachtkaart
Jouw of jou:
jouw opdrachtkaart
Elke of elk opdrachtkaart?Elke opdrachtkaart
Gerelateerd aan opdrachtkaart