De of het oorzakelijkheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord oorzakelijkheid? Is het de oorzakelijkheid of het oorzakelijkheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord oorzakelijkheid moet gebruiken is:
De oorzakelijkheid
Aanwijzend voornaamwoord oorzakelijkheid
Dit of deze oorzakelijkheid: deze oorzakelijkheid
Dat of die oorzakelijkheid: die oorzakelijkheid

Bezittelijk voornaamwoord oorzakelijkheid
Onze of ons oorzakelijkheid: onze oorzakelijkheid
Jouw of jou: jouw oorzakelijkheid

Elke of elk oorzakelijkheid?
Elke oorzakelijkheid
Gerelateerd aan oorzakelijkheid