De of het oorlogsvliegtuig? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord oorlogsvliegtuig? Is het de oorlogsvliegtuig of het oorlogsvliegtuig? Het juiste lidwoord dat je voor het woord oorlogsvliegtuig moet gebruiken is:
Het oorlogsvliegtuig
Aanwijzend voornaamwoord oorlogsvliegtuig
Dit of deze oorlogsvliegtuig: dit oorlogsvliegtuig
Dat of die oorlogsvliegtuig: dat oorlogsvliegtuig

Bezittelijk voornaamwoord oorlogsvliegtuig
Onze of ons oorlogsvliegtuig: ons oorlogsvliegtuig
Jouw of jou: jouw oorlogsvliegtuig

Elke of elk oorlogsvliegtuig?
Elk oorlogsvliegtuig
Gerelateerd aan oorlogsvliegtuig