De of het oorlogstijd? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord oorlogstijd? Is het de oorlogstijd of het oorlogstijd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord oorlogstijd moet gebruiken is:
De oorlogstijd
Aanwijzend voornaamwoord oorlogstijd
Dit of deze oorlogstijd: deze oorlogstijd
Dat of die oorlogstijd: die oorlogstijd

Bezittelijk voornaamwoord oorlogstijd
Onze of ons oorlogstijd: onze oorlogstijd
Jouw of jou: jouw oorlogstijd

Elke of elk oorlogstijd?
Elke oorlogstijd
Gerelateerd aan oorlogstijd