De of het oorlogsmasker? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord oorlogsmasker? Is het de oorlogsmasker of het oorlogsmasker? Het juiste lidwoord dat je voor het woord oorlogsmasker moet gebruiken is:
Het oorlogsmasker
Aanwijzend voornaamwoord oorlogsmasker
Dit of deze oorlogsmasker: dit oorlogsmasker
Dat of die oorlogsmasker: dat oorlogsmasker

Bezittelijk voornaamwoord oorlogsmasker
Onze of ons oorlogsmasker: ons oorlogsmasker
Jouw of jou: jouw oorlogsmasker

Elke of elk oorlogsmasker?
Elk oorlogsmasker
Gerelateerd aan oorlogsmasker