De of het oogsttijd? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord oogsttijd? Is het de oogsttijd of het oogsttijd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord oogsttijd moet gebruiken is:
De oogsttijd
Aanwijzend voornaamwoord oogsttijd
Dit of deze oogsttijd: deze oogsttijd
Dat of die oogsttijd: die oogsttijd

Bezittelijk voornaamwoord oogsttijd
Onze of ons oogsttijd: onze oogsttijd
Jouw of jou: jouw oogsttijd

Elke of elk oogsttijd?
Elke oogsttijd
Gerelateerd aan oogsttijd