De of het oogkleur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord oogkleur? Is het de oogkleur of het oogkleur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord oogkleur moet gebruiken is:
De oogkleur
Aanwijzend voornaamwoord oogkleur
Dit of deze oogkleur: deze oogkleur
Dat of die oogkleur: die oogkleur

Bezittelijk voornaamwoord oogkleur
Onze of ons oogkleur: onze oogkleur
Jouw of jou: jouw oogkleur

Elke of elk oogkleur?
Elke oogkleur
Gerelateerd aan oogkleur