De of het onvruchtbaarheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord onvruchtbaarheid? Is het de onvruchtbaarheid of het onvruchtbaarheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord onvruchtbaarheid moet gebruiken is:
De onvruchtbaarheid
Aanwijzend voornaamwoord onvruchtbaarheid
Dit of deze onvruchtbaarheid: deze onvruchtbaarheid
Dat of die onvruchtbaarheid: die onvruchtbaarheid

Bezittelijk voornaamwoord onvruchtbaarheid
Onze of ons onvruchtbaarheid: onze onvruchtbaarheid
Jouw of jou: jouw onvruchtbaarheid

Elke of elk onvruchtbaarheid?
Elke onvruchtbaarheid
Gerelateerd aan onvruchtbaarheid