De of het onverwachtheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord onverwachtheid? Is het de onverwachtheid of het onverwachtheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord onverwachtheid moet gebruiken is:
De onverwachtheid
Aanwijzend voornaamwoord onverwachtheid
Dit of deze onverwachtheid: deze onverwachtheid
Dat of die onverwachtheid: die onverwachtheid

Bezittelijk voornaamwoord onverwachtheid
Onze of ons onverwachtheid: onze onverwachtheid
Jouw of jou: jouw onverwachtheid

Elke of elk onverwachtheid?
Elke onverwachtheid
Gerelateerd aan onverwachtheid