De of het onthechting? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord onthechting? Is het de onthechting of het onthechting? Het juiste lidwoord dat je voor het woord onthechting moet gebruiken is:
De onthechting
Aanwijzend voornaamwoord onthechting
Dit of deze onthechting: deze onthechting
Dat of die onthechting: die onthechting

Bezittelijk voornaamwoord onthechting
Onze of ons onthechting: onze onthechting
Jouw of jou: jouw onthechting

Elke of elk onthechting?
Elke onthechting
Gerelateerd aan onthechting