De of het oktoberdag? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord oktoberdag? Is het de oktoberdag of het oktoberdag? Het juiste lidwoord dat je voor het woord oktoberdag moet gebruiken is:
De oktoberdag
Aanwijzend voornaamwoord oktoberdag
Dit of deze oktoberdag: deze oktoberdag
Dat of die oktoberdag: die oktoberdag

Bezittelijk voornaamwoord oktoberdag
Onze of ons oktoberdag: onze oktoberdag
Jouw of jou: jouw oktoberdag

Elke of elk oktoberdag?
Elke oktoberdag
Gerelateerd aan oktoberdag