De of het oktober? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord oktober? Is het de oktober of het oktober? Het juiste lidwoord dat je voor het woord oktober moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord oktober
Dit of deze oktober:
deze oktober
Dat of die oktober:
die oktober
Bezittelijk voornaamwoord oktober
Onze of ons oktober:
onze oktober
Jouw of jou:
jouw oktober
Elke of elk oktober?Elke oktober
Gerelateerd aan oktober