De of het oerwoudgeluid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord oerwoudgeluid? Is het de oerwoudgeluid of het oerwoudgeluid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord oerwoudgeluid moet gebruiken is:
Het oerwoudgeluid
Aanwijzend voornaamwoord oerwoudgeluid
Dit of deze oerwoudgeluid: dit oerwoudgeluid
Dat of die oerwoudgeluid: dat oerwoudgeluid

Bezittelijk voornaamwoord oerwoudgeluid
Onze of ons oerwoudgeluid: ons oerwoudgeluid
Jouw of jou: jouw oerwoudgeluid

Elke of elk oerwoudgeluid?
Elk oerwoudgeluid
Gerelateerd aan oerwoudgeluid