De of het oerbeginsel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord oerbeginsel? Is het de oerbeginsel of het oerbeginsel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord oerbeginsel moet gebruiken is:
Het oerbeginsel
Aanwijzend voornaamwoord oerbeginsel
Dit of deze oerbeginsel: dit oerbeginsel
Dat of die oerbeginsel: dat oerbeginsel

Bezittelijk voornaamwoord oerbeginsel
Onze of ons oerbeginsel: ons oerbeginsel
Jouw of jou: jouw oerbeginsel

Elke of elk oerbeginsel?
Elk oerbeginsel
Gerelateerd aan oerbeginsel