De of het oefenpot? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord oefenpot? Is het de oefenpot of het oefenpot? Het juiste lidwoord dat je voor het woord oefenpot moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord oefenpot
Dit of deze oefenpot:
deze oefenpot
Dat of die oefenpot:
die oefenpot
Bezittelijk voornaamwoord oefenpot
Onze of ons oefenpot:
onze oefenpot
Jouw of jou:
jouw oefenpot
Elke of elk oefenpot?Elke oefenpot
Gerelateerd aan oefenpot