De of het nutriënt? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord nutriënt? Is het de nutriënt of het nutriënt? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord nutriënt kunt gebruiken zijn:
Aanwijzend voornaamwoord nutriënt
Dit of deze nutriënt:
dit nutriënt /
deze nutriënt
Dat of die nutriënt:
dat nutriënt /
die nutriënt
Bezittelijk voornaamwoord nutriënt
Onze of ons nutriënt:
onze nutriënt /
ons nutriënt
Jouw of jou:
jouw nutriënt
Elke of elk nutriënt?Elke nutriënt /
elk nutriënt
Gerelateerd aan nutriënt