De of het november? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord november? Is het de november of het november? Het juiste lidwoord dat je voor het woord november moet gebruiken is:
De november
Aanwijzend voornaamwoord november
Dit of deze november: deze november
Dat of die november: die november

Bezittelijk voornaamwoord november
Onze of ons november: onze november
Jouw of jou: jouw november

Elke of elk november?
Elke november
Gerelateerd aan november