De of het notenleer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord notenleer? Is het de notenleer of het notenleer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord notenleer moet gebruiken is:
De notenleer
Aanwijzend voornaamwoord notenleer
Dit of deze notenleer: deze notenleer
Dat of die notenleer: die notenleer

Bezittelijk voornaamwoord notenleer
Onze of ons notenleer: onze notenleer
Jouw of jou: jouw notenleer

Elke of elk notenleer?
Elke notenleer
Gerelateerd aan notenleer