De of het normen-en-waardenstelsel? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord normen-en-waardenstelsel? Is het de normen-en-waardenstelsel of het normen-en-waardenstelsel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord normen-en-waardenstelsel moet gebruiken is:
Het normen-en-waardenstelsel
Aanwijzend voornaamwoord normen-en-waardenstelsel
Dit of deze normen-en-waardenstelsel:
dit normen-en-waardenstelsel
Dat of die normen-en-waardenstelsel:
dat normen-en-waardenstelsel
Bezittelijk voornaamwoord normen-en-waardenstelsel
Onze of ons normen-en-waardenstelsel:
ons normen-en-waardenstelsel
Jouw of jou: jouw normen-en-waardenstelsel
Elke of elk normen-en-waardenstelsel? Elk normen-en-waardenstelsel