De of het noordhoek? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord noordhoek? Is het de noordhoek of het noordhoek? Het juiste lidwoord dat je voor het woord noordhoek moet gebruiken is:
De noordhoek
Aanwijzend voornaamwoord noordhoek
Dit of deze noordhoek: deze noordhoek
Dat of die noordhoek: die noordhoek

Bezittelijk voornaamwoord noordhoek
Onze of ons noordhoek: onze noordhoek
Jouw of jou: jouw noordhoek

Elke of elk noordhoek?
Elke noordhoek
Gerelateerd aan noordhoek