De of het Noord-Sotho? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Noord-Sotho? Is het de Noord-Sotho of het Noord-Sotho? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Noord-Sotho moet gebruiken is:
Het Noord-Sotho
Aanwijzend voornaamwoord Noord-Sotho
Dit of deze Noord-Sotho: dit Noord-Sotho
Dat of die Noord-Sotho: dat Noord-Sotho

Bezittelijk voornaamwoord Noord-Sotho
Onze of ons Noord-Sotho: ons Noord-Sotho
Jouw of jou: jouw Noord-Sotho

Elke of elk Noord-Sotho?
Elk Noord-Sotho
Gerelateerd aan Noord-Sotho