De of het Noord-Fries? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Noord-Fries? Is het de Noord-Fries of het Noord-Fries? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Noord-Fries moet gebruiken is:
Het Noord-Fries
Aanwijzend voornaamwoord Noord-Fries
Dit of deze Noord-Fries: dit Noord-Fries
Dat of die Noord-Fries: dat Noord-Fries

Bezittelijk voornaamwoord Noord-Fries
Onze of ons Noord-Fries: ons Noord-Fries
Jouw of jou: jouw Noord-Fries

Elke of elk Noord-Fries?
Elk Noord-Fries
Gerelateerd aan Noord-Fries