De of het nood? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord nood? Is het de nood of het nood? Het juiste lidwoord dat je voor het woord nood moet gebruiken is:
De nood
Aanwijzend voornaamwoord nood
Dit of deze nood: deze nood
Dat of die nood: die nood

Bezittelijk voornaamwoord nood
Onze of ons nood: onze nood
Jouw of jou: jouw nood

Elke of elk nood?
Elke nood
Gerelateerd aan nood