De of het niet-gelovige? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord niet-gelovige? Is het de niet-gelovige of het niet-gelovige? Het juiste lidwoord dat je voor het woord niet-gelovige moet gebruiken is:
De niet-gelovige
Aanwijzend voornaamwoord niet-gelovige
Dit of deze niet-gelovige: deze niet-gelovige
Dat of die niet-gelovige: die niet-gelovige

Bezittelijk voornaamwoord niet-gelovige
Onze of ons niet-gelovige: onze niet-gelovige
Jouw of jou: jouw niet-gelovige

Elke of elk niet-gelovige?
Elke niet-gelovige
Gerelateerd aan niet-gelovige