De of het niacine? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord niacine? Is het de niacine of het niacine? Het juiste lidwoord dat je voor het woord niacine moet gebruiken is:
Het niacine
Aanwijzend voornaamwoord niacine
Dit of deze niacine: dit niacine
Dat of die niacine: dat niacine

Bezittelijk voornaamwoord niacine
Onze of ons niacine: ons niacine
Jouw of jou: jouw niacine

Elke of elk niacine?
Elk niacine
Gerelateerd aan niacine