Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord neuropeptide? Is het de neuropeptide of het neuropeptide? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord neuropeptide kunt gebruiken zijn:
De neuropeptideHet neuropeptide
Aanwijzend voornaamwoord neuropeptide
Dit of deze neuropeptide:
dit neuropeptide / deze neuropeptide
Dat of die neuropeptide:
dat neuropeptide / die neuropeptide
Bezittelijk voornaamwoord neuropeptide
Onze of ons neuropeptide:
onze neuropeptide / ons neuropeptide
Jouw of jou: jouw neuropeptide
Elke of elk neuropeptide? Elke neuropeptide / elk neuropeptide