De of het Nederlanderschap? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Nederlanderschap? Is het de Nederlanderschap of het Nederlanderschap? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Nederlanderschap moet gebruiken is:
Het Nederlanderschap
Aanwijzend voornaamwoord Nederlanderschap
Dit of deze Nederlanderschap: dit Nederlanderschap
Dat of die Nederlanderschap: dat Nederlanderschap

Bezittelijk voornaamwoord Nederlanderschap
Onze of ons Nederlanderschap: ons Nederlanderschap
Jouw of jou: jouw Nederlanderschap

Elke of elk Nederlanderschap?
Elk Nederlanderschap
Gerelateerd aan Nederlanderschap