De of het Nederengels? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Nederengels? Is het de Nederengels of het Nederengels? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Nederengels moet gebruiken is:
Het Nederengels
Aanwijzend voornaamwoord Nederengels
Dit of deze Nederengels: dit Nederengels
Dat of die Nederengels: dat Nederengels

Bezittelijk voornaamwoord Nederengels
Onze of ons Nederengels: ons Nederengels
Jouw of jou: jouw Nederengels

Elke of elk Nederengels?
Elk Nederengels
Gerelateerd aan Nederengels