De of het nectar? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord nectar? Is het de nectar of het nectar? Het juiste lidwoord dat je voor het woord nectar moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord nectar
Dit of deze nectar:
deze nectar
Dat of die nectar:
die nectar
Bezittelijk voornaamwoord nectar
Onze of ons nectar:
onze nectar
Jouw of jou:
jouw nectar
Elke of elk nectar?Elke nectar
Gerelateerd aan nectar