De of het natuurpark? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord natuurpark? Is het de natuurpark of het natuurpark? Het juiste lidwoord dat je voor het woord natuurpark moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord natuurpark
Dit of deze natuurpark:
dit natuurpark
Dat of die natuurpark:
dat natuurpark
Bezittelijk voornaamwoord natuurpark
Onze of ons natuurpark:
ons natuurpark
Jouw of jou:
jouw natuurpark
Elke of elk natuurpark?Elk natuurpark
Gerelateerd aan natuurpark