De of het natuurkundelokaal? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord natuurkundelokaal? Is het de natuurkundelokaal of het natuurkundelokaal? Het juiste lidwoord dat je voor het woord natuurkundelokaal moet gebruiken is:
Het natuurkundelokaal
Aanwijzend voornaamwoord natuurkundelokaal
Dit of deze natuurkundelokaal: dit natuurkundelokaal
Dat of die natuurkundelokaal: dat natuurkundelokaal

Bezittelijk voornaamwoord natuurkundelokaal
Onze of ons natuurkundelokaal: ons natuurkundelokaal
Jouw of jou: jouw natuurkundelokaal

Elke of elk natuurkundelokaal?
Elk natuurkundelokaal
Gerelateerd aan natuurkundelokaal