De of het natuurdrift? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord natuurdrift? Is het de natuurdrift of het natuurdrift? Het juiste lidwoord dat je voor het woord natuurdrift moet gebruiken is:
De natuurdrift
Aanwijzend voornaamwoord natuurdrift
Dit of deze natuurdrift: deze natuurdrift
Dat of die natuurdrift: die natuurdrift

Bezittelijk voornaamwoord natuurdrift
Onze of ons natuurdrift: onze natuurdrift
Jouw of jou: jouw natuurdrift

Elke of elk natuurdrift?
Elke natuurdrift
Gerelateerd aan natuurdrift