De of het natuurbeheerder? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord natuurbeheerder? Is het de natuurbeheerder of het natuurbeheerder? Het juiste lidwoord dat je voor het woord natuurbeheerder moet gebruiken is:
De natuurbeheerder
Aanwijzend voornaamwoord natuurbeheerder
Dit of deze natuurbeheerder: deze natuurbeheerder
Dat of die natuurbeheerder: die natuurbeheerder

Bezittelijk voornaamwoord natuurbeheerder
Onze of ons natuurbeheerder: onze natuurbeheerder
Jouw of jou: jouw natuurbeheerder

Elke of elk natuurbeheerder?
Elke natuurbeheerder
Gerelateerd aan natuurbeheerder