De of het natuur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord natuur? Is het de natuur of het natuur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord natuur moet gebruiken is:
De natuur
Aanwijzend voornaamwoord natuur
Dit of deze natuur: deze natuur
Dat of die natuur: die natuur

Bezittelijk voornaamwoord natuur
Onze of ons natuur: onze natuur
Jouw of jou: jouw natuur

Elke of elk natuur?
Elke natuur
Gerelateerd aan natuur