De of het natriumcarbonaat? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord natriumcarbonaat? Is het de natriumcarbonaat of het natriumcarbonaat? Het juiste lidwoord dat je voor het woord natriumcarbonaat moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord natriumcarbonaat
Dit of deze natriumcarbonaat:
dit natriumcarbonaat
Dat of die natriumcarbonaat:
dat natriumcarbonaat
Bezittelijk voornaamwoord natriumcarbonaat
Onze of ons natriumcarbonaat:
ons natriumcarbonaat
Jouw of jou:
jouw natriumcarbonaat
Elke of elk natriumcarbonaat?Elk natriumcarbonaat
Gerelateerd aan natriumcarbonaat