De of het natheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord natheid? Is het de natheid of het natheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord natheid moet gebruiken is:
De natheid
Aanwijzend voornaamwoord natheid
Dit of deze natheid: deze natheid
Dat of die natheid: die natheid

Bezittelijk voornaamwoord natheid
Onze of ons natheid: onze natheid
Jouw of jou: jouw natheid

Elke of elk natheid?
Elke natheid
Gerelateerd aan natheid