Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord nandrolon? Is het de nandrolon of het nandrolon? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord nandrolon kunt gebruiken zijn:
De nandrolonHet nandrolon
Aanwijzend voornaamwoord nandrolon
Dit of deze nandrolon:
dit nandrolon / deze nandrolon
Dat of die nandrolon:
dat nandrolon / die nandrolon
Bezittelijk voornaamwoord nandrolon
Onze of ons nandrolon:
onze nandrolon / ons nandrolon
Jouw of jou: jouw nandrolon
Elke of elk nandrolon? Elke nandrolon / elk nandrolon