De of het nagellak? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord nagellak? Is het de nagellak of het nagellak? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord nagellak kunt gebruiken zijn:
De nagellakHet nagellak
Aanwijzend voornaamwoord nagellak
Dit of deze nagellak: dit nagellak / deze nagellak
Dat of die nagellak: dat nagellak / die nagellak

Bezittelijk voornaamwoord nagellak
Onze of ons nagellak: onze nagellak / ons nagellak
Jouw of jou: jouw nagellak

Elke of elk nagellak?
Elke nagellak / elk nagellak
Gerelateerd aan nagellak